Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die [2]oprecht wandelt, en gerechtigheid werkt, en die [3]met zijn hart de waarheid spreekt; 2. Zie Gen.6:9. 3. Dat is, van harte, gelijk wij gemeenlijk zeggen. Anders, die de waarheid spreekt in zijn hart; dat is, niets dan vroomheid en getrouwheid bij zichzelven denkt en voorneemt. Verg. boven, hfdst.10 vs.6.